“Door allerlei toestanden kwam ik zwaar in de problemen. Ik brak in bij een voetbalkantine en stal er heel wat drank.
Door de inbraak was er ook schade aan de kantine.
De Jeugdrechter stuurde mij naar Everberg en later naar Ruiselede.

Ik wist dat ik schulden had, maar dat maakte
mij niet veel uit. Waarschijnlijk zou ik de problemen nooit opgelost hebben…

In Everberg kwam HCA langs om te kijken of we de schade konden herstellen. Er kwam een voorstel om via het
Vereffeningsfonds te werken. Ik dacht: “Waarom niet?” en stemde in.

In Ruiselede herstelde ik een bank die door alle jongens gebruikt wordt. De bank was oud en kapot en ik mocht
die herstellen. Het werk vond ik leuk. Het gaf me wat te doen en ik was blij dat ik iets kon doen om
anderen te helpen.

Achteraf was ik blij. Veel blijer dan ik op voorhand kon denken. Ik heb een leuk werk kunnen doen en de mensen van de voetbalkantine zullen ook tevreden zijn. Ik kan daar nu eindelijk mijn hoofd weer laten zien!
Door het werk heb ik leren schuren, met machines werken en schilderen. Voor alles is een oplossing.
Door te werken voor mijn schulden weet ik nu dat er altijd een oplossing is”.