Soms voelt het alsof niemand me begrijpt

Ik loop op de oprit van de instelling waar mijn jongere verblijft. Naast me loopt mijn trouwe metgezel die voortaan mijn nieuwe collega is. Hij kwispelt enthousiast en besnuffelt de onbekende omgeving. Met grote passen komt J. op me af, hij draagt een mondmasker maar toch zie ik dat hij lacht. Terwijl we wandelen vertelt J. over zijn verleden. Een verleden dat even grauw is als deze winderige, koude en natte dag. Even verder komen we een overdekt bankje tegen en proberen we onze koude lichamen te verwarmen. De hond leunt tegen J. aan. Hij aait hem en J. vertelt verder. Het is me onduidelijk aan wie hij juist zijn verhaal vertelt, het maakt ook niet echt uit. ‘Soms voelt het alsof niemand me begrijpt’. J. zijn woorden zijn nog niet koud wanneer de hond zijn hoofd in zijn schoot begraaft en een diepe zucht slaakt. ‘Behalve hij. Hij verstaat niet wat ik zeg, maar hij voelt het wel. Breng je hem de volgende keer opnieuw mee?’.

-Charlotte-

I